ROLPRENT

Ons huis is een aardige combinatie van heden en verleden. Oud en nieuw versterken elkaar en vormen zo een mooie eenheid.

Traditionele Japanse huizen hebben een ‘tokonoma’: een alkoof speciaal bestemd om een rolschildering op te hangen of een kostbaar voorwerp neer te zetten. Wij hadden er zelfs twee, maar hebben één ervan opgeofferd om elders ruimte te scheppen.

Rond de eeuwwisseling produceerde Hiroe enkele series prenten in kleine oplagen. Door haar schilderkunst en keramiek te fotograferen en in de computer te bewerken ontstonden nieuwe beelden. Deze liet ze vervolgens door een specialist op zwaar papier drukken. De prenten zijn zodoende ook weer een mooie combinatie van – in dit geval – conventionele en digitale technieken.

Vrijwel meteen toen de vraag aan de orde was wat we met de tokonoma zouden doen wist Hiroe dat één van die prenten voor een perfecte aankleding kon zorgen. Bij het maken ervan destijds nooit gedacht dat voorstelling en vorm zich misschien voor zo’n plek zouden lenen. Alleen, hoe hang je zo’n kunstwerk nu op?  Er zitten geen rondhouten stokken onder en boven, zoals bij een klassieke rolprent. Inlijsten is geen optie en om het werk lompweg met pushpins tegen de achterwand te prikken degradeert het kunstwerk tot een poster en de tokonoma tot een affiche-bak. Heiligschennis dus.

Via internet komen we in contact met een hyogu-specialist in Nara stad. Hyogu is een eeuwenoud ambacht om kalligrafie en kunstwerken te voorzien van een drager, zodat het opgehangen (rolschildering) of neergezet (kamerscherm) kan worden. Behalve om ze toonbaar te maken is hyogu ook bedoeld om een werk veilig en compact te kunnen bewaren. 

Het vak werd in de 6e en 7e eeuw vanuit China in Japan geïntroduceerd dankzij de rollen gekaligrafeerde en opgeplakte sutra’s waarmee het Boeddhisme toen verspreid werd. De techniek om teksten en – later – schilderingen op te plakken op zijde of papier werd in Japan verder ontwikkeld en verfijnd. Ook werd de toepassing verbreed naar de flexibele wanden in huizen, waarvan de schuifpanelen (fusuma) beplakt werden met weidse landschappen, indrukwekkende natuurvoorstellingen of gekaligrafeerde wijsheden en poëzie. Hyogu is nog steeds een gerespecteerd ambacht ook al verdienen de meeste vaklui hun geld tegenwoordig met het restaureren van oude rolprenten en panelen.

Het is vlak voor O-bon, de jaarlijkse voorouder-herdenking, wanneer iedereen een paar dagen vrij heeft. O-bon werkt als een deadline, dus drukte alom. Niettemin zijn we welkom bij hyogu-specialist Nakajima. 

Met de opgerolde prent onder de arm worden we in het halletje verwelkomd door mevrouw Nakajima, een vriendelijke dame op leeftijd. We wisselen onze schoenen voor slippers en volgen haar via een grote werkplaats, naar een kleinere waar haar man aan het werk is. Hiroe rolt de prent uit op een werktafel terwijl Nakajima-junior zich bij ons voegt. Een boom van een vent, achter in de 40. Qua postuur doet hij me denken aan Jerommeke uit Suske en Wiske – strips. ‘Zo’n krachtpatser voor zulk subtiel werk?’ flitst even door mijn hoofd. Hij is de vierde generatie in het familiebedrijf dat zijn overgrootvader in 1916 begon. 

Hiroe legt uit dat haar werk bestemd is voor een traditionele tokonoma; ze wil het op een vergelijkbare manier presenteren als een klassieke rolschildering. Het papier van de prent is dik en stevig en hoeft in feite alleen maar op maat gesneden te worden en voorzien van een -verwisselbaar – ophangsysteem.

Een primeur in hun ruim 100 jarig bestaan. De Nakajima’s buigen zich gedrieën in alle ernst over de kwestie en zoeken naar het ei van Columbus..

De vader, klein van stuk, trekt geroutineerd allerlei voorbeelden van rolschilderingen uit de kast en hangt ze stuk voor stuk op. Het drietal zegt weinig, maar vangt elk woord of signaal op en handelt daar naar. Als wij het bijvoorbeeld met junior over metalen uiteinden van een oprol-stok hebben heeft senior ze al op tafel staan. 

Junior ziet meteen dat de afbeelding links en rechts een witrandje van 7 millimeter behoeft en dat boven meer wit nodig is dan onder. Gasten zitten immers op de tatami en kijken er vanuit zo’n lage positie naar. Daar hadden wij nog niet aan gedacht.

Twee uur lang drentelen we zo rond de prent. Buiten is het bloedheet, Binnen legt een ventilator het af tegen de oplopende temperatuur. Het zweet gutst van mijn kop en doorweekt mijn kleding. De aangeboden en welkome ijskoffie schiet door mijn droge keel alsof het een afvoer is.

Nakajima-junior denkt precies aan Hiroe’s verzoek te kunnen voldoen. Over de afwerking aan boven- en onderkant heeft hij een duidelijk idee evenals over een schappelijk prijsje. Wij beloven de afmetingen van de tokonoma op te nemen en zullen bellen voor een vervolgafspraak.

Als we ons een paar dagen later opnieuw melden scharen wij ons enkel met junior in zijn werkplaats rond de tafel met de prent. Hij demonstreert wat ophangsystemen. De keuze is snel gemaakt. Alle ingrepen, afmetingen en toepassingen worden nog eens precies op een rijtje gezet, zodat er geen misverstanden over kunnen bestaan. Net zoals in Japanse restaurants waar bestellingen altijd nog eens luid en duidelijk door de bediende worden herhaald. 

Zijn ouders komen even om de hoek en werpen een geruststellende blik op het werk van hun zoon. Ook wij hebben er alle vertrouwen in en menen zelfs in junior’s vrij onbewogen gezicht enig enthousiasme te bespeuren.

Uiterlijk 4 september willen we het werk graag in huis, maar op een zondag ruim daarvóor belt junior met de mededeling dat het werk al klaar is en hij de prent komt brengen en installeren. 

Een uur later hangt de prent in de tokonoma tot grote tevredenheid van Hiroe èn Nakajima-junior. Gezeten op de tatami kijkt hij met zichtbaar plezier naar het resultaat. 

Zou in de combinatie van moderne kunst en traditionele setting een nieuw perspectief schuilen voor het eeuwenoude hyogu-vak? Wie weet.