KURA KARA

Bij veel traditionele Japanse huizen staat – naast hoofd- en bijwoning – een witgepleisterd, hoog opgetrokken bouwwerk, de kura. Het is een enorme ‘kluis’, een bewaarplaats voor kostbaarheden. De wel 40 centimeter dikke muren en dito toegangsdeur beschermen de inhoud tegen brand, vocht, hitte, vorst en diefstal. Rondom een houten skelet zitten muren van verschillende lagen gevlochten bamboe met leem, stro en pleisterwerk: een meer dan 1000 jaar oude, maar nog steeds gevolgde bouwtraditie. Kura’s ogen fraai door hun eenvoud en steken wat dat betreft gunstig af bij de vaak druk versierde hoofdwoning. 

Wij hebben de kura bij ons eigen huis gesloopt omdat hij te slecht en te lelijk was om te renoveren. De aanblik van een gaaf en mooi exemplaar hoeven we niet te missen, want die genieten we bij onze buren. Op een plateau zo’n zes meter boven onze tuin verheft zich hun witgepleisterde kluis. Die verheven positie kent een curieuze achtergrond.

de inmiddels gesloopte kura

kura van onze buren

Een oudere dorpsgenoot, die in zijn jonge jaren veel bij de vroegere eigenares van ons huis (M-san) over de vloer kwam vertelt ons over de slechte verstandhouding tussen deze dame en haar – nu onze – bejaarde buur (T-san). T-san kocht een 8-tal rijstveldjes van M-san, zo ongeveer de laatste snippertjes van een ooit welgestelde familie grootgrondbezitters. Wanneer T-san een huis bouwt op het plateau tegen M-san d’r perceel verknalt hij lompweg haar fraaie karpervijver bij het verstevigen van zijn talud met stenen. De verhoudingen zijn dan voor goed verziekt. Als T-san ook nog het belendende stukje grond wil kopen om op het volledige plateau een ‘kasteeltje’ te kunnen bouwen krijgt hij nul op rekest. Met de kura op de rand van zijn plateau lijkt T-san vervolgens een opgestoken middelvinger naar zijn buurvrouw te maken. Speculatie van mijn kant natuurlijk. In elk geval begrijpen wij nu waarom T-san en zijn familie vragen over ons huis en zijn vroegere bewoners telkens snel afdoen met ’geen idee’.

Deze geschiedenis kennen wij nog niet als wij op uitnodiging van Junko-san, T-sans dochter, een kijkje nemen in hun kura. Achter de dubbele schuifdeur betreden we een met hout betimmerde ruimte. Alle wanden zijn voorzien van stellingen, die vol staan met dozen en kisten. Ook de middenruimte is bezet met spullen. Junko-san wil ons graag het lakwerk gebruiksgoed van haar moeder laten zien. Prachtige kommetjes, puntgaaf en verpakt in houten kistjes. Voor het laatst gebruikt bij de bruiloft van Junko’s ouders 60 jaar geleden. Waarschijnlijk een van de laatste keren dat een huwelijksceremonie thuis werd voltrokken, zoals tot dan toe op het platteland gebruikelijk was. Dat gold ook voor rouwrituelen. Bij zulke gelegenheden kwam het hele dorp in actie. Het gezamenlijk verrichten van taken ging gelijk op met het gezamenlijk bereiden en gebruiken van de maaltijd. Zodoende bezat elke familie kisten vol lakwerk: 50 tot wel 100-delig of meer, vaak van generatie op generatie doorgegeven. 

Junko-san en Hiroe in de kura

Als ‘Westerse trouwhotels’ en mortuaria van begrafenisondernemers hun intrede doen verdwijnen de dorpse trouw- en rouwbijeenkomsten. Het lakwerk blijft onaangeroerd in de kisten, veilig opgeborgen in de kura. De ‘plastic revolutie’ van de 50-er jaren degradeert het traditionele lakwerk verder tot ouderwets en onpraktisch vaatwerk uit grootmoeders tijd. Junko heeft het zelfs nooit in handen gehad en haar dochters kijken er al helemaal niet naar om. Zij wil het nu eigenlijk wel kwijt, maar haar 80-jarige moeder niet. En dus blijft het bewaard tot……

Zoals gezegd was ons huis ooit het bezit van een familie van grootgrondbezitters, die in de loop van de tijd hun land aan boeren in het dorp verloren. Op steenworp afstand staat nog zo’n huis, zij het van recentere datum. Sinds de laatste bewoonster van dat huis overleed is haar zoon, Arino-san, de eigenaar. Nu hij verantwoordelijk is voor het ouderlijk huis pleegt hij noodzakelijk onderhoud en ‘ruimt wat op’. Arino-san verbouwt in ons dorp rijst en egoma, een soort sesam (met bloedverdunnende werking) en verblijft zo veel in dat huis dat ik altijd veronderstelde dat hij er permanent woont. Feitelijk woont hij sinds zijn huwelijk in een 40 jaar oude nieuwbouwwijk van Nara-stad. Noch hij noch zijn zoon willen het (voor)ouderlijk huis bewonen. Ze houden het in stand en bewaren het tot…….

We kunnen het goed met hem vinden en onlangs liet hij ons het huis met zijn bijgebouwen, waaronder de kura, zien. Hijzelf was nog nooit in de kura geweest bekende hij. Bij afwezigheid van electriciteit schuifelden we bij het licht van zijn smartphone tussen vreemde objecten en kisten die onder de dikke stof-deken één grijs stilleven vormden. Ook hier weer kisten vol lakwerk, waarbij Arino-san zijn neus ophaalde en meteen instemde met Hiroe’s voorstel die kisten voor hem op te ruimen. We verlieten de kura en de nalatenschap van zijn moeder met een mooie hibatchi (keramische pot voor houtskoolvuur). 

dubbele kura deur bij Fumi-san

bijna lege kura met draagkoets

van de ondergang gered lakwerk

poets en selectiewerk

Tenslotte nog het kura-verhaal van Fumi-san, die in hartje Tokyo woont, maar in een vlak bij ons gelegen dorp een prachtig oud familiehuis bezit. Het huis is goeddeels gerenoveerd en wordt nu gebruikt voor culturele activiteiten en logies. Toen Hiroe haar onlangs bezocht was ze toevallig bezig in de kura op te ruimen en stond op het punt manden en kisten vol lakwerk weg te gooien. Ze was blij met Hiroe’s aanbod de hele partij over te nemen. Bij het ophalen keek ik even rond in de vrijwel lege kura. Mijn oog viel meteen op een 19e eeuwse draagkoets, tekenend voor de positie van de huiseigenaar en zijn familie. Fumi-san vertelde dat antiekdieven ooit een gat hadden geslagen in de dikke kura wand en er veel kostbaarheden uit hadden geroofd. En nu ze zelf de kura ontruimt, heeft ze eerst een antiquair de gelegenheid gegeven kostbare dingen te selecteren. Voor ons is ‘het restant’ nog waardevol genoeg om ze een poetsbeurt te geven en ze te bewaren tot…….we voldoende gave exemplaren bij elkaar hebben om er een handeltje mee te beginnen onder de naam ‘Kura Kara’ (uit de kura). In geld uitgedrukt is het lakwerk niet zo kostbaar, maar het vertegenwoordigt vooral een culturele waarde. En last but not least: het zijn juweeltjes van traditionele Japanse ambachtelijkheid. Dat gooi je toch niet weg?