THEECEREMONIE

 

Onlangs bezochten we een bijzondere villa. Meer bijzonder vanwege de geschiedenis van het landgoed waarop het gebouwd is dan vanwege het huis zelf. Niet ver van Kyoto op een heuvel nabij de stad Uji bouwde ooit de machtigste edelman uit de Heian-periode (794-1185) een schitterend onderkomen. Strategisch gelegen met panoramisch zicht op de omgeving en omsloten door een prachtige, ommuurde tuin. Kortom een lustoord dat de verbeelding prikkelde van iedereen die buiten z’n poorten bleef. Rond de 12e eeuw is het gedaan met die adelijke dynastie en dat luidt het verval in van zijn bezit. Vegetatie overwoekert de gebouwen en de natuur neemt volledig bezit van het landgoed. Eeuwen gaan erover heen en geen sterveling die nog weet heeft van de ooit zo luisterrijke plek. Tot begin 20e eeuw een rijke thee-baron – onkundig van zijn voorgeschiedenis – het landgoed koopt. Hij is 67 en wil er een villa realiseren met ruimten die theeceremonies voor groepen mogelijk maakt, iets dat tot dan uitgesloten is. Pas bij aanvraag van de bouwvergunning stuit hij op het roemruchte verleden van de locatie.

ontvangstzaal met uitzicht op de tuin

zicht op de omgeving

Aan geld en ambitie geen gebrek neemt hij plaats achter de tekentafel en ontwerpt zelf een uitgebreid villacomplex. Ontvangstzalen, logeerkamers, tuinhuizen, overdekte promenades, een heuse theaterzaal en – natuurlijk – ruimten voor thee-ceremonies. Al die – leegstaande – bouwwerken verdringen zich nu op het enorme landgoed. Geen sprietje groen dat nog aan de vroegere lusthof herinnert. We struinen door de tuin en slenteren op kousenvoeten over het plankier van de ene saaie ruimte naar de andere. Grandeur en magie ontbreken: we concluderen dat mooie architectuur scheppen vakmanschap vereist. Ook de Baron is niet meer en zijn landgoed dreigt hetzelfde lot te ondergaan als dat van zijn illustere voorganger. Een verre nazaat probeert het voor totaal verval te behoeden. Tegen betaling laat hij mondjesmaat bezoekers toe waardoor het nog iets exclusiefs lijkt. Uitleg en theeceremonie zijn bij de prijs inbegrepen. 

Wij hebben van kennissen tickets gekregen. Ontvangst door gastvrouwen in kimono. Samen met een twintigtal andere bezoekers vleien we ons op de tatami-matten van de mooiste zaal uit het complex. Aan drie kanten over de volle breedte uitzicht op de tuin. De achterachterkleinzoon vertelt droogjes de geschiedenis en bijzonderheden van de villa en zijn bouwheer. Aansluitend in een andere zaal de theeceremonie. Veel over deze kunstvorm gelezen, maar nooit meegemaakt. Nieuwsgierig dus. Zwijgzaam neemt het gezelschap plaats op de blauwe loper langs de wanden op eerbiedige afstand van de ceremoniële handelingsplaats. Voorgeschreven houding: geknield en achterste op je hielen. Hiroe verontschuldigt zich bij de ceremoniemeester voor mijn onvermogen daartoe waarop ik meteen van die verplichting wordt ontslagen. Iedereen wacht in stilte af, de sfeer is als bij aanvang van een kerkdienst. We horen enkel het ruisen van zijden kimono’s en het fluisteren van de ceremonie-assistenten. 

aanbieden van de zoetigheid

Dan krijgen we een papiertje uitgereikt en twee op macarons lijkende snoepjes, een gele en een roze. De assistenten bewegen daarbij in rechte lijnen, dus links of rechts gaan gebeurt telkens onder een hoek van 90 graden. Zo zigzaggen ze iedere keer plechtig maar geroutineerd op en neer. Komisch. Na een tijdje nuttig je de ‘macarons’. Dan zigzagt een jongedame (leeftijd moeilijk te schatten) de ruimte binnen en neemt plaats achter de attributen voor de feitelijke ceremonie: een bronzen houtskool komfoor waarop een pot om water te koken, een keramische waterpot, lakwerk theedoosje, houten lepel om water te scheppen, lepeltje voor de theepoeder en een bamboe garde om de groene thee te kloppen. De plaats van handeling wordt ‘afgeschermd’ door een laag houten hekje. 

actie met het rode doekje
opschenken van heet water

 

 

 

 

 

De thee-meesteres maakt een diepe buiging. De aanwezigen beantwoorden dit met eenzelfde gebaar. Dan haalt ze een felrood doekje tevoorschijn uit haar kimono-ceintuur (obi). Ze verricht er hocus-pocus handelingen mee als was ze een goochelaar: ‘rechtop’, open – dicht, heen en weer. Met een ander doekje maakt ze cirkelbewegingen boven het deksel van de heet water pot. Elke handeling is omslachtig maar precies, van het ter hand nemen van de attributen tot het openen van het theedoosje en het heet water scheppen in de kom. Daarbij bewegen haar handen even haaks als de voeten over de tatami. De gasten kijken zwijgend maar aandachtig toe. Dan glijdt de ceremoniemeester op zijn knieën schuin achter de meesteres. Hij duwt discreet een theekom naar voren alsof die vergeten was. Aan het oppakken van die kom zie je hoe elke beweging minutieus is ingestudeerd en volkomen gestileerd wordt uitgevoerd. Het openen van het theedoosje, het oppakken van het theelepeltje, het overbrengen van de theepoeder in de kom, het opschenken van heet water met de houten lepel en tenslotte het kloppen van de thee met de bamboe garde. Zijn alle bewegingen tot dan toe vrij traag en min of meer geluidloos, bij die laatste handeling gaat ze plots in de hoogste versnelling: kom in haar linker- en garde in haar rechterhand slaat ze met verve en licht voorovergebogen de dikke thee op de bodem tot schuim. Weg elegantie, weg serene sfeer. Ze overhandigt de kom aan de ceremoniemeester die deze vervolgens voor de eerste gast rechts neerzet.

aanbieden van de thee

Deze mevrouw kent de mores van de theecultuur: ze buigt en blijft rustig naar de kom kijken. Na enkele minuten contemplatie neemt ze hem met beide handen op tot ooghoogte. Langzaam draait ze de kom vlak voor haar ogen tot ze de mooiste kant voor zich heeft. Ze neemt de tijd om die schoonheid ten volle te genieten. In het zelfde tempo daalt de kom weer zodat het kostbare groene vocht op de bodem al haar aandacht vraagt. Pas dan brengt ze de kom met twee handen naar haar lippen om zich langzaam en in kleine nipjes met de thee te verenigen. 

Hiroe en ik kijken elkaar aan en fluisteren “dit wordt een lange zit”. Gelukkig blijkt haar vermoeden te kloppen dat de overige gasten bediend worden vanuit ‘de coulissen’. Elk van de drie assistenten knielt voor een gast, zet een kom voor hem of haar neer en buigt. Ik ben snel aan de beurt. In mijn kom, die op alle andere lijkt, zie ik geen aanleiding om naar verborgen schoonheid te speuren. Hij is vrij gewoon, een beetje lomp zelfs. Gaat het om subtiliteiten in het grijs-beige glazuur? Ik duik er in elk geval niet zo diep in als de eerste gast.

Terwijl iedereen met zijn eigen thee(kom) bezig is let niemand meer op de meesteres. Rust en stilte zijn verdwenen door de drukke en hoekige bewegingen van elkaar kruisende bedienden. De sfeer is ontspannen en de voorgeschreven zithouding wordt losser. Het ophalen van de kommen luidt het einde van de ceremonie in. De meesteres maakt een diepe buiging ten afscheid. Zo gauw ze uit het zicht is verdwenen schieten een aantal gasten naar voren. Op hun knieën met hun gezicht tot vlakbij de voorwerpen bewonderen ze de ceremonie-attributen. Alsof ze een zeldzaam insect bestuderen. ‘Aandacht’ wordt nergens ter wereld zo serieus genomen als in Japan. Dat waardeer ik.

Na afloop ‘evalueren’ Hiroe en ik de theeceremonie. Geen van beiden hebben we het gevoel een bijzondere performance bijgewoond te hebben. Daarvoor werden de handelingen te ‘mechanisch’ uitgevoerd, alles volgens het boekje maar zonder ziel. Zoals een musicus die perfect de partuur volgt nog geen muziek maakt. Aan Kunst stellen we hoge eisen.