Dinsdag 4 september 15.45u (Tokyotijd). Een heftige storm beukt tegen ons houten huisje en hevige regen striemt de ramen. We hebben ons de gehele dag binnen verschanst op dringend advies van de overheid. In alle vroegte schalmden luidsprekers de boodschap door het dorp vandaag binnen te blijven of te evacueren naar de locale gymzaal. Hiroe polst Junko de buurvrouw hierover, maar die reageert laconiek: ”overdreven bezorgdheid”. En dus blijven we net als zij en haar familie thuis. Wel met doorlopend nieuws op het scherm, verzorgd door de NHK, de publieke omroep van Japan.
Ik wil een ‘ooggetuige’ verslag maken van de 21e tyfoon van dit jaar en de derde deze zomer, die de Japanse archipel bereikt. De eerste veroorzaakte een watersnoodramp met veel doden, gewonden en daklozen in de buurt van Hiroshima, de tweede kwam dichterbij maar met veel minder schade. En nu dan de derde, ingeschat als de grootste, overdag. De aannemer heeft – evenals de vorige keren – ons huis goed gebarricadeerd en alles waar de wind vat op kan krijgen vastgesjord. Zelf houden we de amado (luiken) van ons gastenverblijf gesloten. Lichte nervositeit. Vorige keren passeerde de tyfoon ’s-nachts en hield ons uit de slaap door rukwinden die het huisje voelbaar in zijn voegen deed kraken. De hevige regenval kan ook nu weer voor wateroverlast zorgen.
We zitten voor het computerscherm met life reportages over het verloop van de tyfoon: waar en wanneer bereikt hij het ‘vaste’ land, welke koers volgt hij, met welke windsnelheden en neerslaghoeveelheden, gelardeerd met beelden van eerdere tyfoons, evacuaties, rondvliegende daken, huizenhoge golven. Vlieg- en treinverkeer dat stilligt. Een bezorgde premier spreekt het volk toe en maant tot voorzichtigheid.
Woensdag 5 september. We zijn nu een dag en een stroomstoring verder. Gisteren om 16.00 uur – dus 15 minuten na het begin van dit bericht – valt de stroom uit. En daarmee gaat het scherm op zwart. Geen stroom – dus geen informatie, licht, warm water, toiletspoeling, airco. Evenmin als koelvriescombi en kookplaat. Hiroe heeft uit voorzorg gekookt. We redden ons dus met eten waarvan de ingrediënten misschien zouden bederven bij gebrek aan koeling. Wat een voorzienigheid!
In het halfduister vleien we ons op bed, hopend dat binnen enkele uren het licht weer aangaat. De storm luwt. Aantal en kracht van de windstoten minderen en stortbuien veranderen in gestage regen. Als de verwachtingen kloppen is de tyfoon het hoofdeiland Honshu inmiddels overgestoken en nu – afgezwakt – op weg naar China. We concluderen dat het noodweer ook deze keer voor ons is meegevallen. Tegen zessen meldt Junko zich: we wisselen het ongemak van de stroomstoring en het ongewisse einde ervan uit. Verder heeft ze vanuit haar keukenraam een grote tak van een van onze kakibomen zien afbreken, vlakbij de erfafscheiding. Jammer van de oude boom, die nu uit balans is, zoals ik even later constateer.
Om 18.00 uur geen loeiende dorpssirene. Tegen half zeven is het nagenoeg droog en maak ik in het schemerlicht een wandelrondje door het dorp. Vanaf de weg zie ik de gehavende kakiboom, zijn kruin is bijna gehalveerd. Op plekken waar de weg is overgroeid met bomen is het asfalt bezaaid met groen en takken. Hier en daar zijn bamboes geknakt ‘op twintig voor of over zes’. Een enkele rijstboerin inspecteert haar veld op stormschade. Verder geen mens te bekennen. De straatverlichting werkt niet en het enige met stoplichten beveiligde kruispunt, is dubbeldonker en verlaten. Tegen de tijd dat ik thuiskom is het werkelijk donker en dat herinnert mij aan de verbazing van Jon, een bevriende Japankenner, over ons plan in Nara te gaan wonen. “Wat zoeken jullie in godsnaam in het duistere Nara, het is daar altijd ‘mak koera’ (pikkedonker)”.
Avondeten bij een zaklamp, kaarsen hebben we niet. Dankzij Hiroe’s smartphone vernemen we dat de stroomstoring ernstig is en vele huishoudens treft, geen prognose over het einde ervan. Behalve ‘mak koera’ is het muisstil. En zo gaan we een lange maar rustige nacht in.
Vanochtend evenmin een loeiende dorpssirene. Het ontbreken van zijn geluid wekt me eerder dan het lawaai dat ie produceert, zozeer ben ik er kennelijk aan gewend. We doen het met mineral water in plaats van groene thee, want de stroomvoorziening is nog niet hersteld.
Wanneer Kinia-san, de timmerman die in Nara stad woont arriveert wisselen we de belevenissen over de tyfoon met hem uit. Hij weet te melden dat anderhalf miljoen huishoudens in Osaka (tweede grootste stad van Japan) verstoken zijn van electriciteit. En daarmee is de ellende van ons ongemak in een klap gehalveerd.
Rond 11.00 uur floept het licht aan en start alles wat permanent op stroomt draait. Onze ‘hotspot’ wil nog niet meteen, maar een uur later stromen ook de e-mails weer binnen. En daarbij merk ik dat de actualiteit over de tyfoon die ik wilde brengen al lang ingehaald is door persbureau’s.