ZAWA ZAWA

Maanden lang tuurt ze in een laboratorium door een microscoop om – met behulp van ’n één-harig penseeltje – zandkorreltjes te tellen in bodemmonsters uit Antarctica. Van de boottocht die haar en haar expeditiegenoten naar de Zuidpool brengt maakt ze een video-verslag. Ze beweegt de camera op en neer in het ritme van het deinende schip. Na het zien van die film lijkt alles om je heen nog een tijdje in dezelfde cadans voor je ogen te dansen. Die combinatie van pietluttige nauwgezetheid en drang om een vertrouwde blik te verstoren zijn misschien kenmerkend voor het dubbeltalent van Miho Sasaoka (45): geoloog èn kunstenaar. Wetenschappelijke exactheid en artistieke ontregeling in één persoon. Genoeg reden om haar te vragen een kunst-installatie te maken, die iets zegt over onze omgeving en past bij onze duurzaamheidsactiviteiten.

Half mei komt ze voor een 10 daags oriënterend bezoek oftewel ‘veldwerk’, zoals ze het zelf noemt. Per trein uit Kōchi (Shikoku-eiland) en vanaf Nara-stad te voet via de Yagyu-kaido1). De laatste kilometers van het traject vergezel ik haar op het bergpad naar ons huis. Uit zichzelf zegt ze niets en op mijn vragen komt nauwelijks een antwoord. Af en toe raapt ze een steen op en bekijkt die alsof het hele landschap erin valt te lezen.

Vlak voor terugkeer naar Kōchi wandelt Miho nog eens in dezelfde omgeving, nu met een clubje onder leiding van Endo-kun2). Een tocht langs onbekende en meestal onherkenbare ‘kofun’ (grafheuvels), die hij in kaart bracht. Een ware ontdekking, ook voor mij: zoveel verborgen graftombes vlakbij ons in de buurt. Miho neemt alles aandachtig maar stilzwijgend op.

Tijdens een werkdag in ons voedselbos, waaraan ze deelneemt, laat ze haar ogen over het terrein dwalen. Naderhand horen we hoe het omringende berglandschap is ontstaan en hoe natuurlijke processen en menselijke ingrepen (bosbouw, aanleg rijstvelden en wegen) op elkaar inwerken en welke gevolgen dat heeft voor de kleine voedselbos-valei.

Ook de weelderige plantengroei valt haar op. Voor dag en dauw gaat ze erop uit om bepaalde soorten te verzamelen, zoals de Itadori (Japanse duizendknoop).
In Kōchi – bekend om z’n ambachtelijke ‘Tosa washi’ papier3) – leerde Miho al haar eigen teken- en schrijfpapier4) maken. De rijke flora hier daagt haar nu uit tot nieuwe papier-experimenten. Die resulteren in iets totaal anders dan hagelwitte, gladgestreken vellen. Met simpele, primitieve middelen komen er grillig gerande, ruige lappen tevoorschijn, die niet meteen aan papier doen denken. De grove vezelstruktuur van verwerkte planten blijft zichtbaar, is zelfs – bij doorvallend licht – betoverend mooi. “Ik heb ’t gevonden!’ zegt ze tegen zichzelf een daarmee is ’t idee voor haar tentoonstelling geboren.

Aanvankelijk staat Miho ons zonnepaviljoen – de ruimte onder de zonnepanelen – ter beschikking, maar nu ‘Arayashiki’ 5) in het vizier komt wil ze haar installatie daar realiseren. De intimiteit van de kamers en de informele sfeer van een half gerenoveerd huis in een ritselend bamboebosje spreken haar meer aan.

In augustus komt ze terug om aan haar tentoonstelling te werken. Gastenverblijf en omgeving zijn haar atelier. Enkel voor maaltijden schuift ze bij ons aan. Dankzij die momenten ontdooit haar gereserveerdheid en leren we haar wat beter kennen. Bescheiden en weinig spraakzaam als ze blijft, ligt het initiatief voor gesprekken vooral bij Hiroe, die mij telkens van een samenvatting voorziet. Engelse conversatie zit er niet in, wat opmerkelijk is voor een wetenschapper die internationaal onderzoek doet. Maar Engels lezen doet ze moeiteloos en dat geeft me de kans haar een lijstje met vragen voor te leggen. Tezamen met haar antwoorden komen die straks in een kleine catalogus.
Wil onder andere weten waarom ze zowel wetenschap als kunst beoefent. Volgens Miho horen die bij elkaar, ze vullen elkaar aan: beide leren je iets over de werkelijkheid om ons heen maar elk op een andere en beperkte manier: samen kunnen ze een completer beeld van de werkelijkheid geven dan elk van hen afzonderlijk. Zo runt ze een eigen bedrijfje – ‘Geo-Science Design’ – dat boeken en ander educatief drukwerk produceert. Daarin ‘vertaalt’ ze wetenschappelijke inzichten in tekeningen, die méér zijn dan simpelweg illustratie. Via haar tekeningen begrijp je het verhaal sneller dan via de tekst alleen.

Eind oktober bouwt ze haar installaties op in ‘Arayashiki’, maar niet voordat ze meewerkt aan een grondige schoonmaakbeurt. Terwijl Hiroe haar assisteert lap ik de bijna duizend ruitjes van de glazen schuifdeuren rondom.

‘Zawa Zawa’ 6) bestaat uit vier installaties en oogt in z’n geheel simpel en sober:

Een grote, grillig gevormde tak van een oude kaki-boom (uit ons voedselbos) vult de eerste kamer alsof het een bronzen sculptuur is. Al stervend is hij gastheer voor levende korstmossen en voor een paar wilde maar heel verfijnde orchideetjes, die hier en daar uit zijn ‘knokkels’ groeien.

Van die ‘oprijzende’ tak wordt je blik in een volgende kamer naar beneden getrokken: naar een ‘landschap’ op de vloer, samengesteld uit allerlei natuurlijke materialen: bergjes as, klei en stenen, overeind staande stokjes, hoopjes azuki-boontjes en de peulen waar ze in zaten. Alle ingrediënten komen uit onze omgeving en zijn een verwijzing naar de vegetatie, de geologische gesteldheid en het cultuurhistorische fenomeen van de kofun.
De blanke stokjes hebben hun vel ‘afgestaan’ ten behoeve van de papierinstallatie ernaast.


Uit zichzelf gaan bezoekers op de knieën en brengen hun hoofd tot vlakbij de vloer om het landschapsperspectief beter te ervaren. Onbedoeld, maar wel grappig is dat het ruimtelijke landschap zich dan mengt met het geprinte berglandschap op de achtergrond van de aanwezige schuifdeuren.

In de belendende kamer7) hangt een ‘wolkenformatie’ van papier. Letterlijk met je hoofd erin tonen de afzonderlijk delen hun variërende vezelstrukturen dankzij het licht dat er van buitenaf door heen valt. Een ‘plattegrond’ op de vloer legt uit van welke boom of plant de vezels afkomstig zijn.

Voor de laatste installatie ga je weer van hoog naar laag: naar het denkbeeldige binnenste van de aarde: in een verduisterde ruimte staat een kleine bergformatie waarvan het binnenste om de zoveel seconden als een onheilspellende vulkaan oplicht.

Naar ‘Zawa Zawa’ kijken vergt inzet van je hele lijf dat als het ware een golfbeweging maakt van hoog naar laag en weer omhoog en omlaag. Dit herinnert aan de op- en neergaande beelden in Miho d’r Zuidpoolvideo, zij het minder ontregelend dan haar deinende reisverslag.

Zondagmiddag 30 oktober: de opening. Heerlijk najaarsweer. Muzikaal duo ‘Manana’ (fluitiste en percussionist) heeft zich buiten voor de openstaande glazen pui van ‘Arayashiki’ geïnstalleerd. Een kleine honderd mensen op het voorterrein, waaronder één buurman. Vrijwilligers in wit T-shirt met ons A.UN.-logo erop begeleiden de gasten. Na mijn (in het Japans uitgesproken) speechje zet de muziek in en schuifelt het gezelschap naar binnen. Veel bekende gezichten. Een deel van de bezoekers nestelt zich meteen in Miho d’r ‘landschap’ en onder haar ‘wolkenformatie’ om naar de muziek te luisteren alsof het een concert is. Anderen manoeuvreren daar tussen door om de installaties te bekijken.

Geleidelijk aan begeeft iedereen zich vervolgens naar ons woonhuis voor een drankje en snack, een wandeling van 200 meter over het nieuw aangelegde paadje via bamboehelling en voedselbos. Daar is nog amper een boom te bekennen, maar wel te genieten van de wilde in herfstkleuren gedompelde flora. Bovendien maakt de wandeling door de kleine vallei twee jaar werk aan het voedselbos beter voorstelbaar, zeker in combinatie met de dia-show daarover, die we in huis presenteren.

Mijn privacy gevoel is in Japan inmiddels ver genoeg opgerekt om ‘vreemde’ mensen gerust door ons huis te laten dwalen. Moet die middag ook wel om het aantal gasten te spreiden. Nieuwsgierig en op kousenvoeten schuifelen bezoekers door de ruimten om zich te verwonderen over het interieur: de één tons draagbalken, on-Japanse meubels, kunstwerken en lampen, tekeningen van Carlijn Kingma8) en een enkel werk van Hiroe.

Om vijf uur verzamelen vrijwilligers, muzikanten, Miho en andere betrokkenen zich rond de keukentafel voor een ‘after-party’. Een ontspannen, lichtelijk uitgelaten gezelschap. Miho waagt zich zelfs aan een dansje en haar moeder komt terug op d’r voornemen direct na de opening huiswaarts te keren om zodoende haar favoriete TV-programma niet te hoeven missen. Zó ‘tanoshii’ (gezellig) is het.

‘Zawa Zawa’ is verder elk weekend in november open voor publiek. In totaal bezoeken dan nog zo’n 50 mensen de tentoonstelling. Als suppoost verwelkom ik hen in ‘Arayashiki’ voor de tentoonstelling, Hiroe vervolgens thuis voor een kopje thee. Het voedselbos vormt de corridor daartussen: opnieuw van boven naar beneden en weer omhoog en dat tweemaal te voet.

1) Historisch voetpad van Nara-stad via Yagyu naar Kasagi-Yama, in totaal 32 km
2) Hersteller van oude voetwegen, zie blog ’Pelgrimspad met luchtje’ dd 15 juni 2022
3) Zie:  https://kogeijapan.com/locale/en_US/tosawashi/
4) ‘Tekenen’ en ‘schrijven’ kennen in het Japans hetzelfde werkwoord (kaku) en werden/worden met
eenzelfde penseel+inkt uitgevoerd.
 5) Zie vorige blog ‘Arayashiki’ dd 20 september 2022
6) ‘Zawa Zawa’ is een klank nabootsend woord, door Miho verzonnen voor (onbestemde) geluiden als
geroezemoes of geritsel, maar ook voor innerlijke onrust.
7) Traditionele Japanse huizen hebben nauwelijks muren; ruimtes worden gescheiden door schuifdeuren,
die makkelijk te verwijderen zijn.
8) Zie: www.carlijnkingma.com  In april 2021 presenteerden we haar werk b.g.v., de opening van A.UN.HAUS die
wegens corona werd gecanceld.