VOEDSELBOS 2

We houden de weersomstandigheden scherp in de gaten. Het zou fijn zijn de schoonmaak-actie van het terrein ‘droog’ te kunnen voltooien. Ook om het maaisel te kunnen verbranden en daarin zoete aardappelen te poffen voor bij de koffie ’s-middags. ‘Yaki-imo’ heet zo’n versnapering en verwijst naar een traditie uit het pré-plastic tijdperk toen plattelanders de overgang van herfst naar winter nog ‘vierden’ met zoete aardappelen te poffen in het vuur van  bijeengeharkt tuinafval. Onze moderne stedelingen verheugen zich erop. Maar helaas. Twee dagen voor de vrijwilligersploeg zich weer meldt regent het pijpenstelen. Jammer van de ‘Yaki-imo’. We troosten ons met de gedachte dat het beter is alle troep te laten liggen als bodembedekker: remt  onkruidgroei en vormt humus voor de grond.

Een uur later dan de vorige keer gaat dezelfde club mensen weer aan de slag. Iets kleiner in aantal en met één nieuw gezicht. Opnieuw stralend weer. In het buitenfornuis knispert weer een vuurtje. Hiroe verzorgt met vriendin Fumi-san de lunch, die dit keer bestaat uit maaltijdsoep, ‘onigiri’ (rijstballen) en diverse groenten uit eigen tuin.

‘Singer-songwriter’ Haru-chan is ook weer van de partij en kan het moment niet afwachten om mij via de smartphone zijn gloednieuwe ‘Edible forest’ lied te laten horen. In het Japans. Later krijg ik de engelse vertaling. 

De dorpssirene van 15.00 uur betekent die zondag einde van de werkzaamheden. Nosaki-kuns inschatting de schoonmaakklus binnen een paar uur te klaren was gebaseerd op drogere omstandigheden. Enkele ongerepte en natte hoeken herinneren nu nog aan de wildernis van voorheen. Niettemin blikt iedereen tevreden terug op de gedane arbeid en het terrein: de omvang van het toekomstige bos is mooi zichtbaar, de groene begrenzingen contrasteren met het verdorde en geslonken maaisel, de verschillende terrasniveaus in het perceel tekenen zich weer af. 

Tijdens de koffie laten we een You Tube filmpje zien waarin Wouter van Eck, pionier en initiatiefnemer van het eerste Nederlandse voedselbos (Ketelbroek, Groesbeek), vertelt over zijn initiatief. Hiroe vertaalt en geeft toelichting. Sommigen maken aantekeningen. Ze verbazen zich over de platheid van het Nederlandse landschap en zijn vooral onder de indruk van de snelheid waarmee een uitgeputte maisakker na zeven jaar al een bos is, waaruit geoogst kan worden. In één klap is iedereen duidelijk wat ons voor ogen staat met het voedselbos. Het filmpje en gesprek erover wakkeren het enthousiasme verder aan. Voor de volgende activiteit – ruim een week later – staan mensen dan ook al weer in de rij. Eigenlijk is dat geen activiteit, maar een instructie, die – vooral de hoveniers in het gezelschap – nieuwsgierig maakt. 

Het begint te schemeren en net als iedereen op het punt staat om naar buiten te gaan om ‘kaki’ te plukken, kruisen mijn ogen die van Haru-chan. Het ‘Edible Forest’ lied!!!’ schiet me te binnen en ik sluit zijn smartphone aan op onze speakers.
Begeleid door een rammelende gitaar horen we hem zingen:

(in engelse vertaling:)
People and nature spend time together 
while digging through the rough ground
to become an edible forest
mow the grass together
The sunlight shines through the wind
The seasons begin to change
Edible Forest – Forest that grows from here
Edible Forest – A Forest connected from here.

Of het ooit ons clublied wordt valt nog te bezien, maar een daverend applaus is zijn deel. Het oogsten van de kaki is een mooie afsluiting van de dag. De oranje vruchten zijn in het schemerlicht nog net herkenbaar als kerstballen aan kale takken. Met goed gevulde manden keert iedereen huiswaarts.

Een week later, maandag 16 november. Al vroeg in de ochtend arriveert Kushi-san, specialist in grondverbetering. Hij wordt vergezeld van Kikuko-san, waarvan we dan nog moeten uitvinden of zij zijn assistente, vriendin of concubine is in verband met overnachting in ons gastenverblijf. Ze hebben er zo’n 250 kilometer opzitten. We leerden hen kennen tijdens een workshop in Okazaki, begin oktober. Kushi-san demonstreerde daar de toepassing van zijn grondverbeteringsmethode, ontwikkeld samen met een collega die er een boek over schreef.

Dankzij diepe gaten en geulen, gevuld met lokaal voorhanden organisch materiaal wordt de bacteriologische ontwikkeling in de bodem gestimuleerd evenals de groei van ondergrondse schimmelnetwerken. Allemaal essentieel voor een goeie waterhuishouding en dus de basis voor een gezond bos. De methode is al op diverse plekken in Japan met succes toegepast.

Terwijl we nog aan de ochtendthee zitten druppelen de vrijwilligers binnen. Nosaki-kun, spil van het team, had aanvankelijk twee of drie mensen gevraagd, maar uiteindelijk komen er tien. Drie hebben er zelfs een vrije dag voor genomen, waaronder Onishi-san de provincie ambtenaar en ICT-er/singer-songwriter Haru-chan. Ook de makelaar, Okaze-san, is weer van de partij.

Vòòr de middag gaan we met de bodemspecialist op veldonderzoek: omringd door de hele club doorkruist Kushi-san het terrein van boven tot onder en van links naar rechts. Op allerlei plekken duikt hij naar de grond om ondergrondse waterbewegingen of het gebrek daaraan vast te stellen. Zonder schop of ander gereedschap, puur op het oog.

Het bovenste terras grenst aan de nog hoger gelegen moestuin van onze buren. Twee jaar geleden spoelde het talud daarvan bij hevige regelval naar beneden. Met een vette overheidssubsidie gerepareerd schoof dezelfde grond dit jaar om dezelfde reden opnieuw omlaag. Een beter praktijkvoorbeeld kan Kushi-san zich niet wensen. Het is ‘water naar de zee dragen’ als de bodemstructuur niet verbetert betoogt hij met een bezwerende vinger in de richting van een nòg hoger gelegen helling, waarvan de grond eveneens verzakt. 

Op enkele plekken lopen betonnen afwateringsgoten dwars door het terrein. Die moeten er eigenlijk uit. Beton is een vloek in de grondfilosofie van Kushi-san. Niet alleen van hem. Toch blijft de Japanse politiek ‘in beton gegoten’: al meer dan een halve eeuw spekken bouwbedrijven de verkiezingskas van (lokale) politici in ruil voor opdrachten om onder meer rivieroevers, zeeweringen en berghellingen te betonneren. Wat politiek-economisch gezien een win-win situatie is, is voor natuur, bodem(leven) en landschapsschoon zonder meer verlies. Ongebreidelde asfaltering en betonnering zijn mèt bosverwaarlozing in Japan steeds vaker oorzaak van desastreuze wateroverlast en grondverschuivingen. 

Al met al is Kushi-sans diagnose betreffende ons terrein duidelijk: de grond heeft last van ‘verstopping’, is één vast geklonken massa. Remedie: zijn methode van grondverbetering .

Na de lunch schaart iedereen zich nog eens rond Kushi-san maar nu aan tafel om dieper op het herstelplan in te gaan. Op een groot vel papier schetst hij een plattegrond en dwarsdoorsnede van het terrein. Vervolgens markeert hij tal van plaatsen waar drie meter diepe gaten moeten komen, volgestouwd met boomstammen, takken en groenafval en bestrooid met bamboe-houtskool. Dat brengt lucht en leven in de bodem! Het gezelschap hangt aan zijn lippen alsof het om een spannend verhaal gaat. 

Diagnose gesteld en behandelplan gepresenteerd. We gaan voor een ‘grondige’ aanpak en laten er geen gras (meer) over groeien: vlak na nieuwjaar zal de operatie plaatsvinden.

De vaart blijft erin, hoe traag een voedselbos ook tot stand komt.