CORONA IN JAPAN 2

Eigenlijk gaat deze bijdrage niet over de corona-epidemie, maar over wat deze crisis aan het licht kan brengen. De onverwachte besmettingsziekte test in eerste instantie de managementkwaliteiten van regering en overheidsinstanties. Maar het legt ook onvoorziene knelpunten van het maatschappelijk systeem bloot. Wat het eerste betreft krijgt de Japanse regering een zware onvoldoende van zowel specialisten als gewone burgers. Ook in het buitenland wordt er gehakt van gemaakt. Maar daar wil ik het nu niet over hebben.

Ik focus me op de onverwachte dynamiek die de coronacrisis in het maatschappelijk leven teweegbrengt en baseer mijn bevindingen vooral op wat ik erover lees in (engelstalige) Japanse kranten.

Het uitroepen van de noodtoestand in heel Japan staat ongeveer gelijk met een ‘lock down’ in Europese landen. Met één groot verschil: geen verplichting of dwingende maatregelen, maar dringende adviezen om binnen te blijven, thuis te werken, niet te reizen, afstand te bewaren en handen vaker te wassen. De politie heeft een makkie: minder verkeer, winkeldiefstal, openbare dronkenschap, wel meer huiselijk geweld.

Wie kan werkt vanuit huis is de veronderstelling. Dat blijkt maar voor 16 procent van de werknemers op te gaan. De rest pendelt aanvankelijk nog gewoon naar kantoor of organisatie want kàn eenvoudigweg niet thuis werken. ‘Bedrijfscultuur’, bureaucratische traditie en wantrouwen tegen mensen die niet in levende lijve voor je neus staan moeten eerst overwonnen worden. Ook zitten er hier en daar nog gaten in de digitale snelweg om tele-werken mogelijk te maken.

Het gros van Japanse werknemers valt in de categorie ‘salaryman’*). Zij werken binnen een sterk hiërarchische organisatie**) met afdelingshoofden, subchefs, chefs, onderdirecteuren, directeuren, president en CEO. Collegialiteit binnen je afdeling en loyaliteit aan je baas zijn heilig. Je werkdag zit erop als de baas vertrekt. Kroegbezoek na het werk moreel verplicht ter versterking van je band met collega’s. Je bedenkt geen opdrachten, je krijgt ze. Je communiceert met andere afdelingen of met klanten per telefoon of fax. Je werkt wel op een computer, maar maakt van alles een print. Belangrijke documenten voorzie je van je ‘hanko’ een persoonlijk stempeltje in rode inkt ter grootte van een vingernagel. Je overhandigt dit document aan je afdelingshoofd of chef, die het – bij goedkeuring – van zijn ‘hanko’ voorziet. Hij brengt het vervolgens verderop in de hiërarchie tot het uiteindelijk  – voorzien van alle ‘rode nageltjes’ – bij de directeur belandt. Als zo’n ‘salaryman’ het plots zonder het hiërarchische kader van zijn kantoormoet stellen om in zijn eentje thuis te werken voelt hij zich als een hond, door zijn baas in het bos achtergelaten.
Dit lijkt een karikatuur, maar het is nog dagelijkse werkelijkheid in grote delen van het Japanse bedrijfsleven en bij overheidsinstanties. Tradities worden niet afgeschaft, nieuwe gebruiken eenvoudigweg toegevoegd. Dat maakt Japan interessant, maar soms ook achterlijk. Naast de telefoon komt de fax, met de fax blijven potlood, pen en papier, ook als de computer met randapparatuur zijn intrede doet. Uit angst voor ‘hacks’ en virussen gaan berichten, brieven en facturen per fax of post in plaats van per e-mail. Het arsenaal aan stempeltjes breidt alsmaar uit. Protocollen, wettelijke voorschriften en een jarenlang ingesleten bedrijfscultuur houden dit allemaal in stand. Over efficiëntie maakt niemand zich druk. Het duurt dan ook weken voor het percentage thuiswerkers is opgekrikt naar zo’n 70 procent. Telecom-, electronica- en computerbedrijven varen er wel bij. Een regeringscommissie onderzoekt of het wettelijk voorschrift van de ‘stempel’ – obstakel bij thuis werken – vervangen kan worden door (electronische) handtekening of paraaf, zoals in de rest van de wereld. Maar lobbyisten van de ‘hanko’-industrie bestoken de overheid met petities om de stempelplicht te handhaven en zelfs tot cultureel erfgoed te verheffen.

mijn persoonlijke ‘hanko’ met etui en stempelkussentje

Ondertussen zit de ‘salaryman’ thuis, in een (te) kleine woning, omringd door zijn gezin. De kinderen – al weken thuis – zijn van onderwijs verstoken en als zijn vrouw niet werkloos is claimt ook zij computer en plek om te tele-werken. Aan een krap bemeten ruimte is hij op kantoor wel gewend, maar geen face-to-face overleg met collega’s is vreemd. Vertrouwt de baas hem nog wel nu hij uit het zicht is? Wat moet hij doen zonder zijn aanwijzingen of opdrachten? Uit loyaliteit neigt hij zijn werkdag te verlengen met de tijd die hij normaal kwijt is aan woon-werkverkeer. Bij de zorg om gezond te blijven en de huiselijke vrede te bewaren ziet hij ook nog eens de bui hangen van economische recessie en dreigend ontslag. Om stress te voorkomen vereist het virtuele kantoorwerk een enorme mentale omschakeling. Tot zover de sombere kant van het verhaal. 

Mensen raken gewend aan werken op afstand. Van lieverlee gaat het relaxter en krijgen mensen er zelfs plezier in. Er blijft tijd over. Fijn om onder andere het wereldwijde web en het gebruik van social media eens breder te verkennen. Aan fysiek contact mogen Japanners dan misschien niet zoveel behoefte hebben***) digitaal willen ze wel met alles en iedereen in de wereld verbonden zijn.

Midden in de coronacrisis probeert de regering een dubieuze en gevoelige wetswijziging in het parlement aangenomen te krijgen. Naar de slaapverwekkende debatten daarover op TV kijkt geen hond. Maar via Youtube en discussiegroepen op social media raken zelfs mensen die normaliter niet in politiek geïnteresseerd zijn betrokken.

De ‘tactiek’ van de regering om in de luwte van de crisis een omstreden wetswijziging door te drukken blijkt een misrekening. De ‘lock down’ heeft mensen bekwaam gemaakt in het opsporen van alternatieve informatiebronnen en in het gebruik van sociale media. De oppositie, die in de minderheid is, voelt zich opeens gesteund door een buitenparlementaire menigte van maar liefst tien miljoen burgers, die hun proteststem laten horen via Twitter of Facebook. Nooit eerder vertoond.
Geschrokken van zoveel weerstand trekt de regering zijn wetswijzigingsvoorstel in.

Of deze ‘overwinning van het volk’ een boost aan blijvend politieke bewustzijn oplevert is maar de vraag. Burgers hebben in elk geval geroken aan de macht van social media als verzetswapen. Die dynamiek was onder het uitroepen van de noodtoestand door de regering niet voorzien.

*)   Kijk onder ‘salaryman’ op wikipedia.

**)  De Belgische Amélie Nothomb schreef een hilarische roman over haar ervaringen met hiërarchische        bedrijfscultuur in Japan: Amélie Nothomb, Met Angst en Beven, De Bezige Bij, 2005.

***)  Zie ‘Hitori Botchi’, 1e aflevering van de nieuwe VPRO-serie over Japan ‘Tokidoki’,  gepresenteerd door Paulien Cornelisse, uitgezonden op zondag 17 mei 2020.