A-O-B-B : VOEDSELBOS 5


Zeg ‘voedselbos’ en een hof van Eden popt op voor je geest. Ging het maar zo snel als in het scheppingsverhaal. Sinds oktober 2020 proberen we van verwaarloosde rijstvelden een voedselbos te maken1. Veel lezen, surfen op het www en het oor te luisteren leggen bij ervaringsdeskundigen. Maar het zijn vooral eigen praktijkervaring en de natuur zelf die ons een lesje leren: aandachtig kijken en heel veel geduld hebben.
De terrasgewijze perceeltjes waren vroeger een soort waterbasins voor rijstteelt. Het terrein is van drie kanten omgeven door hellingen waarvan al het regen- en grondwater richting ‘onze valei’ stroomt. Een zompige boel dus, terwijl een voedselbos over het algemeen niet van ‘natte voeten’ houdt. Afwatering en grondverbetering zijn dan ook de voornaamste werkzaamheden tot nu toe geweest. Deels handmatig door zich in het zweet werkende vrijwilligers, deels machinaal door een professioneel grondverzet-bedrijf. 

Ambtenaren

Afgelopen maanden de laatste terreinklussen: verbetering van aangelegde vijvers en greppels en het verwijderen van nutteloze betonnen goten. Dat laatste mag gezien worden als een ‘diplomatiek huzarenstukje’ van Hiroe. 

In het kort: Op twee plaatsen doorsnijden betonnen goten het terrein, ooit in opdracht van de gemeente aangelegd om regenwater van de verharde omgeving af te voeren. Maar door verzakking functioneren ze niet meer. Wij zien ze liever vervangen door gegraven greppels. Dus weg ermee. Op een verzoek daartoe – al vroeg in het voorjaar – door grondverwerker Miyaji-san reageert de gemeente niet. Dan waagt Hiroe zich in de bureaucratische jungle en weet na ettelijke telefoontjes een viertal ambtenaren naar ons terrein te lokken. Anderhalf uur drentelt het kwartet over het terrein en tuurt eindeloos en met zorgelijke blikken naar het nutteloze beton. Hoofd van het viertal oppert dat er geen bestektekening of kaart van de situatie voorhanden is. Aan alles is te merken dat deze ‘baas’ geen verantwoordelijkheid wil nemen en liever besluiteloos de toestand laat voortbestaan. Een veel voorkomend verschijnsel in Japan. Dan suggereert een van zijn ondergeschikten dat die kaart wellicht in de vorm van een microfiche in het archief zit en Hiroe speelt haar laatste troef: binnen twee weken komt een universitair team grond-onderzoek doen. Voor hun eerste meting moet het terrein in orde zijn. Beide argumenten helpen de baas kennelijk tot een besluit. Hij stemt in met ons verzoek op voorwaarde dat de voorzitter van de dorpsvereniging akkoord is en dit met zijn stempel op een officieel papier bevestigt. O.k., niet gedraald. Snel achterhaalt Hiroe de naam van de voorzitter (we zijn geen lid van de dorpsvereniging) en laat de baas hem ter plekke bellen. De volgende ochtend om 9.00 uur wordt de zaak met stempel en al aan onze keukentafel beklonken. 
Miyaji-san, ook aanwezig bij de ambtelijke excursie, krijgt de opdracht het beton te verwijderen. Hij is met stomheid geslagen over Hiroe d’r voortvarendheid en ‘handigheid’.  Wat hem als ondernemer niet lukte, speelt particulier Hiroe in no-time voor elkaar. Hij bejegent haar sindsdien met diep ontzag.

Onderzoekers

Dat universitair onderzoek is geen verzinsel. Afgelopen zomer meldden zich twee onderzoeksteams. Niet uit zichzelf noch op ons verzoek, maar via introductie zoals vrijwel alle relaties in Japan tot stand komen. In dit geval danken we het contact aan geologe en kunstenaar Miho. Een jaar geleden werkte zij hier als artist-in-residence en exposeerde in Arayashiki 2 . Zelf onderzoeker weet ze de weg in de universitaire wereld. Enthousiast over ons project introduceert zij ons bij een team van Yamanashi University, dat ons weer via Research Insitute for Humanity and Nature 3 in contact brengt met collega’s van Kyoto Prefectural University.

Het team uit Yamanashi onderzoekt het oppervlakte water. Dat uit Kyoto neemt de bodem onder de loep. De Yamanashi-club heeft inmiddels enkele keren watermonsters genomen zowel uit onze (oude) waterputten als uit stroompjes en waterlopen in de omgeving. Na testen ter plekke volgen laboratorium analyses. En dat bij herhaling gedurende minimaal een jaar.
Uiteindelijk moet hun onderzoek leiden tot (advies over) huishoudelijk gebruik van het put-water, tot aanleg van een eigen – natuurlijke – afvalwaterzuivering en hergebruik van het gezuiverde water. Allemaal in het kader van onze duurzaamheidsplannen.

De Kyoto-club verzamelt gedurende meerdere jaren gegevens over bodemsamen-stelling en -kwaliteit en de verandering ervan gedurende de ontwikkeling van het voedselbos. Voor ons belangrijk, maar ook voor hen. De hier opgedane kennis en ervaring willen ze in de toekomst inzetten voor andere situaties waarin lang verwaarloosde rijstvelden veranderd worden in een voedselbos of andere vorm van ecologische landbouw met een mix van gewassen. 

Alsof veldwerk dit vereist kamperen studenten en hun begeleiders het liefst in onze tuin. Zes tot acht éénpersoons-tentjes, hutjemutje op ‘n paar vierkante meter onder de Blauweregen (Wisteria). Voor maaltijden, overleg en douche komen ze binnen. Bij hondenweer en winterse kou rollen ze hun slaapzak uit over de tatami in huis of in het gastenverblijf. Druk? Dat wel, maar ook plezierig. Met de teamleiders valt goed in het Engels te communiceren. Studenten wagen zich er minder aan uit angst te blunderen.
Ze gaan informeel met elkaar om zonder de hiërarchie uit het oog te verliezen: professor – docent – master student – student. In die volgorde wordt opgeschept en het woord gevoerd. In eerste instantie althans want gaandeweg verandert dit – zeker onder invloed van alcohol bij maaltijden – in een vrolijke anarchie.

In een zekere wanorde lijken Japanners overigens te gedijen. Tegen de afspraak in arriveert het zevenkoppige Yamanshi-team daags vóór in plaats van aan het einde van een vrijwilligers-werkdag. Even paniek in de keuken: opeens een onvoorzien avondmaal op zaterdag en meer dan het dubbele aantal mensen voor de lunch op zondag. Met de nodige improvisatie van onze kant, inschikkelijkheid en helpende handen van de gasten komt alles op z’n pootjes terecht. 
Na een korte nacht gaat het team voor dag en dauw op pad om watermonsters in de omgeving te nemen, zodat hun werk nog voor het ontbijt is gedaan. Zich schuldig voelend over zijn vergissing wil de teamleider het veroorzaakte ongemak compenseren door de hele Yamanashi-club die zondagochtend mee te laten werken.

Rond negen uur druppelen de vrijwilligers binnen, verrast door de aanwezige onderzoekers. Na het gebruikelijk rondje waarin iedereen zichzelf voorstelt gaan onderzoekers en vrijwilligers gezamenlijk aan het werk. 
De enorme berg bamboe, die we in de loop van het jaar uit het bosje rond Arayashiki hebben gezaagd ruimen we op door er houtskool van te maken. Houtskool, dat weer ingezet wordt voor grondverbetering van het voedselbos. De groep splitst zich in drieën om elk een compacte brandstapel te maken. In hoog tempo gaan de in stukken gezaagde bamboe het vuur in. Berghellingen rondom weerkaatsten het geknal van exploderende bamboeholtes. De dorpsagent komt even polshoogte nemen.
Studenten hebben er plezier in en gedragen zich als kwajongens/-meisjes die fikkie stoken en vuurwerk afsteken. Alles gaat in razend tempo en tegen lunchtijd is de bamboeberg voor ruim de helft geslonken. Na de gezamenlijke maaltijd vertrekt het onderzoeksteam en maken vrijwilligers het werk af. Zonder de extra handen van het Yamanashi team was dit nooit gelukt. Wat zaterdagavond chaotisch begon eindigt zondagmiddag met een fantastisch resultaat.   

Twee weken later nemen studenten en begeleiders van Kyoto Universiteit bijna honderd grondmonsters om in het laboratorium te onderzoeken op chemische samenstelling, zuurtegraad en organisch stofgehalte. Ze gaan zorgvuldig en systematisch te werk. Eén van de studenten wil bovendien de samenstelling en eigenschappen van bamboe-houtskool analyseren en ermee experimenteren.

Ook nu weer verlopen de maaltijden in ontspannen sfeer. De vier ‘generatie Z’ – studenten 4 vertellen over de moeizame start van hun universitaire opleiding wegens corona-maatregelen: 2,5 jaar sociaal isolement en gebrekkig onderwijs op afstand. Die ‘valse start’ heeft hen diep geraakt en lijkt nog steeds op hen te drukken.

Burgemeester

Tussen beide onderzoeken komt de burgemeester van Nara met vier ambtenaren plus vier gasten op bezoek. Informeel en op eigen initiatief. Mensen uit zijn omgeving die onze activiteiten waarderen hebben hem ertoe aangespoord. Hij neemt de tijd en laat zich uitvoerig informeren over onze bezigheden. De ambtenaren – in zwart kostuum, glimmende schoenen, badge om hun nek en notitieblokje op schoot – lijken er slechts bij voor de entourage. Hiroe vertelt ons verhaal over duurzaamheid en voedselbos met behulp van de powerpoint-presentatie die we eerder dit jaar voor de volksuniversiteit maakten. Serieuze vragen en oprechte interesse van de burgervader, ook al houdt hij voortdurend zijn smartphone in de gaten. We spreken verder over problemen van het vergrijzend platteland en leegloop van ons dorp. Tijdens de wandeling over het terrein laat hij zich met ons in de tuin fotograferen onder een vuurrood gekleurde esdoorn. 

Bomen

Zo groeit de belangstelling voor ons voedselbos sneller dan het aantal bomen.  Maar de aanplant laat niet lang meer op zich wachten. Aanvankelijk zochten we bomen bij een kweker in de buurt. Veel ‘pionier-soorten’ 5 zijn echter niet in de handel omdat ze overal in de vrije natuur staan. We verleggen daarom onze speurtocht voorlopig richting de bossen in onze directe omgeving. Op 25 december gaan we hier met enkele vrijwilligers en onder leiding van een ervaren houtvester ‘op jacht’ naar jonge boompjes die geschikt zijn voor ons voedselbos. We leggen eerst een hoge en een iets lagere windkering aan aan de Westkant. Vervolgens planten we pionier-bomen verspreid over het terrein. En dan maar afwachten, kijken of het plantgoed aanslaat, gedijt en -ondanks de bescherming – niet door loslopend wild wordt opgegeten. Het is per slot van rekening een voedselbos…….

 1. Zie IROHA-blog archief: 1 en 28 nov. 2020, 19 mrt 2021, 29 nov. 202.
 2. Zie IROHA-blog archief:  ‘Arayashiki’ dd 22 sept. ’22 en ‘Zawa Zawa’ dd 1 dec. 2022.
 3. Het Research Institute for Humanity and Nature, een inter-universitair
    samenwerkingsorganisatie, vervult een coördinerende rol.
 4. Geboren na 2000.
 5. Bomen en struiken, die snel groeien, de grond verbeteren en voor schaduw zorgen;
    ze worden later vervangen door ‘productie-bomen’.