WAT ‘N JAPANNER NIET KENT EET IE GRAAG

Japanners zijn van oudsher leer-en nieuwsgierig. De meeste Europeanen konden lezen noch schrijven toen Japan al een hoge graad van geletterdheid bezat. Gedurende de Tokugawa periode (1603 – 1867) ontvingen kinderen (7 – 15 Jaar) tot in ver afgelegen bergdorpjes al onderwijs op Samoerai scholen en in Boeddhistische tempels. 

Die lange onderwijs traditie werkt door tot de dag van vandaag. Diepgaand of oppervlakkig, Japanners zoeken in veel vrije tijdsbesteding een educatief tintje. Vrijwilligers die aan ons voedselbos werken doen dat mede omdat ze er ‘iets van op kunnen steken’. 

Veel Japanners zijn ook gek op ‘workshops’ waarbij deelnemers tegen betaling na ampele instructie al werkend leren. Zelf ben ik er sceptisch over: wat je leert staat vaak niet in verhouding tot de hoeveelheid en kwaliteit van het werk. Zo organiseerden we twee jaar geleden een workshop ‘grondverbetering’. Geen doorslaand succes: de (goed betaalde) instructeur maakte zich er te makkelijk van af. Terwijl de deelnemers keihard werkten bleef het beloofde resultaat uit. Daarvoor nam de instructeur geen verantwoordelijkheid. Had het druk met volgende workshops….en wat de deelnemers wijzer zijn geworden is mij een vraag.

Ons voedselbos is bedoeld als instructiebos en dient als voorbeeld van duurzaamheid en ecologische voedselproductie. Een traag, maar gestaag proces. We zijn niettemin blij met elke nieuwsgierige bezoeker en vertellen er graag over.

Als Marylin, cursusleider van de Volksuniversiteit Nara, ons vraagt een lezing voor een groep deelnemers te verzorgen reageren we meteen positief. 

Het maximum aantal deelnemers stellen we aanvankelijk op 15, maar verhogen dat tot 20 als we horen dat er meer dan 50 gegadigden zijn. Voor een bescheiden bijdrage krijgen ze – op locatie – thee, een lezing, excursie en een eenvoudige lunch. Marylin zorgt voor een draaiboek en de publiciteit. Wij zetten een powerpoint presentatie in elkaar en Hiroe stelt een lunchmenu samen met ‘wilde’ ingrediënten uit de directe omgeving van ons huis. Ze wil de gerechtjes bovendien serveren op een traditionele manier: op lakwerk trays en in dito kommetjes. Haar keuze voor dit gebruiksgoed – verzameld uit achtergelaten inboedels – is niet alleen ’n esthetische, maar dient tevens als statement over kwaliteit en duurzaamheid.

Zaterdag 22 april. Miki-chan en Saemi-chan zijn vrijdagavond al gekomen om Hiroe te assisteren. Die heeft alles dan al voorbereid en gekookt, onder andere rijst met ‘itadori’ (Japanse duizendknoop). Zij hoeven alleen te assembleren en te serveren. 

We maken van twee kamers één grote ruimte door de schuifdeuren ertussen weg te halen en richten die in met projectieapparatuur en zitkussens op de vloer.

Marylin komt met twee assistenten om de deelnemers te op te vangen en de administratie te doen. Iedereen is op tijd en alles verloopt ‘volgens het boekje’.

Welkomst-thee met Nara-specialiteit, onderwijl een voorstel-ronde. Veel deelnemers blijken geïnteresseerd in natuurvoeding en traditionele ‘satoyama’ (bergachtige streken waar het rijstmenu aangevuld wordt met voedsel uit omringende bossen).

Dan vertelt Hiroe ons verhaal, geïllustreerd met beelden van ons voedselbos-in-wording.

Marylin houdt de tijd scherp in de gaten en tikt af voor de aanvang van de excursie. Het is heerlijk lenteweer. We nemen het gezelschap mee naar het ‘zonnepaviljoen’. Daar vertellen we over onze poging om qua energie ‘off grid’ te raken.

Via de oude boomgaard en de tuin wandelen we door het voedselbos-in-spe. Ondertussen wijst Hiroe op allerlei eetbare planten, waarover ze het in de lezing had. Tevoren op het scherm getoonde planten zien, voelen en ruiken ze nu in het echt: varenscheuten, morilles, Japanse duizendknoop, bamboescheuten enzovoort. We volgen het paadje door voedsel- en bamboebosje om even stil te staan bij ‘Arayashiki’. De aannemer is binnen nog volop aan het werk, dus vertelt Hiroe op het voorterrein over onze plannen met dit huis. Over de verharde weg keren we terug en staan even stil op een hoge plek vanwaar we een pracht uitzicht hebben op het voedselbos terrein en een van de pas gegraven vijvers.

Tijdens de excursie hebben Miki en Saemi de ruimte voor de lunch klaargemaakt. Voor elk zitkussen staat een lakwerk tray met een kommetje itadori-rijst en een schoteltje gekookte bamboescheut. Een heldere soep met geurige blaadjes ‘mitsuba’ en ‘sancho’ wordt eraan toegevoegd. Mensen genieten ervan.

Vertrektijd van de streekbus bepaalt het einde aan de bijeenkomst, ook voor degenen die met eigen vervoer komen. Iedereen krijgt het verzoek een enquête in te vullen over deze dag.  Maar bij het afscheid vliegen de complimenten ons al om de oren. Vooral van Marylin, die uiterst tevreden is over de inhoud en verloop van de dag.

Een week later komt ze even napraten en de uitslag van de vragenlijst te melden: overwegend positief. De enquete geeft meteen zicht op leeftijdsopbouw en herkomst van de deelnemers. Het merendeel blijkt tussen de dertig en vijftig en afkomstig uit Nara-stad, een enkeling uit de naburige provincies Kyoto en Osaka.

Voor Hiroe en mij een signaal dat er belangstelling is voor duurzaamheid en leven op het platteland. Een tweede bijeenkomst staat al gepland voor eind mei.

ROND DE JAARWISSELING

Wereldwijd springen alle digitale uurwerken klokslag 00 uur over van 2022 naar ’23.   Automatisch, geruisloos en gelijktijdig per tijdszone. Zegening van de ICT. Je staat er niet meer bij stil.

2023: jaar van de haas. Zijn afbeelding siert tal van nieuwjaarskaarten. Een verwijzing naar de vroegere, maar nog lang niet vergeten Chinees-Japanse maankalender en astrologie1).
Officiële instanties in Japan hanteren nog altijd nengo, de jaartelling gebaseerd op het tijdperk dat een keizer op de troon zit. We zijn nu aangeland bij Reiwa 5. 

De maankalender, de nengo en ‘onze’ gregoriaanse kalander naast elkaar: Japanners gooien niets zomaar over boord, ze voegen telkens iets nieuws toe.

Endo- en Yoda-kun2) tipten ons over het maken en aanbrengen van een nieuwe shimenawa bij de Togakushi schrijn3) in het naburige Minaminosho op 25 december vanaf 10 uur ‘s-ochtends.

De shimenawa is een gevlochten streng, die naar Shintoïstiche gewoonte aangebracht wordt bij heiligdommen, huisaltaren, bezielde bronnen, bomen, rotsen, watervallen enzovoort. Je komt ze overal tegen in Japan.Tegen nieuwjaarsdag sieren ze ook dikwijls de voordeur of poort van particuliere huizen. De shimenawa is een barrière tegen alle kwaad, slechte invloeden en negativiteit, het vormt de grens tussen zuiver en onzuiver. Ze bestaan in allerlei vormen en maten4) maar meest voorkomend zijn de in elkaar gedraaide en horizontaal aangebrachte strengen of bundels, slechts versierd met een paar ‘shides’ (zigzag gevouwen witte vellen papier). Ze worden nu veelal gemaakt van kleefrijst-stro, vroeger van hennep of van makomo-blad, een moerasplant waarvan een deel eetbaar is

Stenen lantaarns aan weerszijden van de smalle weg duiden op de schrijn verderop, aan het zicht onttrokken door bomen. Twee eeuwenoude ceders van ontzagwekkende omvang vormen een poort naar het heiligdom. Passage van deze reuzen brengt je meteen in een ‘gewijde’ sfeer. De schrijn zelf staat aan de voet van de helling. Verscholen in het groen steken fel oranje gebouwtjes scherp af tegen hun donkere omgeving. Een paar mensen vegen het terrein schoon en verbranden blad en snoeisel. Rein- en zuiverheid spelen – net als bij andere religies – in het Shintoïsme een belangrijke rol.

In een soort ‘clubhuis’ tegenover de schrijn zijn een tiental mannen in de weer om een nieuwe shimenawa te maken. Een flinke klus want het vlechtwerk dient als een gordijn tussen de twee reuze ceders. Gezeten rond een berg kleefrijst-stro draaien ze strengen in elkaar. Individueel, getweeën of zelfs gevieren als de omvang meer handen vereist. Er wordt nauwelijks gesproken. De saamhorige en toegewijde sfeer waarin de werkzaamheden plaatsvinden zijn een toonbeeld van vredelievendheid. Een authentieker vredesboodschap kunnen paus of koning zich nauwelijks voorstellen, bedenk ik. Het is Eerste Kerstdag en mijn christelijke roots spreken.

Twee uur later zit de shimenawa in elkaar en wordt via het raam naar buiten gehesen. Het  dikke horizontale bovendeel krijgt een reeks sides, die er met bamboestokjes ingestoken worden. Het hangende deel wordt gedecoreerd met takjes groen van drie verschillende planten. De enigszins ruige afwerking van het ‘gordijn’ is duidelijk ondergeschikt aan zijn doel: alle boosaardigheid en slechte invloeden buiten de schrijn houden. Met vereende krachten hangen enkele mannen de shimenawa tussen de ceders. Een week later – op nieuwjaarsdag – begeven dorpelingen zich via dit scherm naar de schrijn om zich – gezuiverd en wel – tot de goden te richten.

Shimenawa’s kun je kant en klaar kopen, al dan niet van kunststof gemaakt. Aardiger is er zelf een te maken en nòg aardiger is om dat samen met anderen te doen. Een week voor de collectieve actie bij de schrijn, verzamelen de A.Un.Haus-vrijwilligers zich bij ons. Zo’n 25 mensen die in de afgelopen jaren gewerkt hebben aan voedsel- en bamboebos of aan het herstel en onderhoud van wandelwegen. 

Het vriest en er staat een ijzige wind. Met twee hibatchi (houtskoolvuur in keramische pot) verwarmen we de kamers waar een berg makomo-blad klaarligt om shimenawa van te maken. Het lange smalle loof, afkomstig van Yoda-kun z’n moeraslandje, heb ik afgelopen herfst in kleine bundels te drogen gehangen. Hiroe, die enige ervaring heeft in het maken van shimenawa geeft instructies. Een echtpaar dat hoorde van deze dag en graag mee wilde doen beweegt zich wat onwennig in het gezelschap. Sommige vrijwilligers hebben we lang tijd niet gezien. Tegen lunchtijd arriveert een groepje ‘weg-werkers’, dat die ochtend nog een stukje voetpad heeft schoongemaakt.

De lunchtafel is gevuld met allerlei groenten- en rijstgerechten. Een dampende schotel oden5) verspreidt zijn geur door de keuken. Kinderen popelen om aan te vallen en pikken alvast iets met hun vingers. Het is een ‘lopend buffet’, sommigen melden zich meerdere keren. Hiroe kent hun eetlust en vult geregeld schotels aan. Enkele opgeschoten knullen beschikken over een bodemloze maag, zo lijkt.

In de loop van de middag toont de een na de ander zijn min of meer geslaagde shimenawa. De concentratie op het vlechtwerk verdwijnt van lieverlee om over te gaan in een ontspannen rendez-vous. Als een van de deelnemers zijn gitaar pakt en gaat zingen is de feeststemming compleet. Mensen deinen mee, Hiroe danst achter het aanrecht. Nootjes en drank komen op tafel, ons zelfgebrouwen bier bruist in de glazen.

Japanse traditie wil dat je tegen het eind van het jaar ‘schoon schip maakt’, openstaande rekeningen betaalt, beloftes inlost, rommel opruimt en schoonmaakt. Je brengt je shimenawa aan bij voordeur of poort om al het lelijke, kwade en onzuivere buiten de deur te houden. Onze shimenawa-dag zou je kunnen zien als het inlossen van dankbaarheid die wij onze vrijwilligers schuldig zijn. We beginnen 2023 dus met een schone lei.

Nieuwjaar. Om middernacht is het hier muisstil en aarde-donker. Boeddhistische tempels liggen te ver weg om de traditionele 108 slagen op een tempelbel te horen.

In culinair opzicht kent Japan allerlei tradities. Zo eten we op oudjaarsavond soba, een noedel-gerecht, gemaakt van boekweit. Je doopt het even in een hartig sausje en ‘slurpt’ het naar binnen. Waar slurpen in Nederland indruist tegen de etiquette geldt het hier als een compliment richting kok of keuken. Ben er inmiddels bedreven in.

Het feestelijke nieuwjaarsontbijt bestaat uit een keur aan gerechtjes. Hiroe maakt er dit jaar extra werk van. Essentieel zijn de mochi, een bolletje of blokje rijstpaté dat geroosterd wordt en vervolgens in een soepje gedompeld. Het is een kleverige, elastische substantie die enige vaardigheid vereist om zonder knoeiboel met eetstokjes naar binnen te werken. Ik verkies een boven houtskool geroosterde mochi met een druppel soja-saus en gevouwen in een blaadje zeewier boven die soep-mochi. We genieten de eerste dagen van januari geregeld van zulke rijst-paté nu we de hibatchi semi-permanent naar de keuken hebben verhuisd. Behalve voor het roosteren van de mochi biedt het houtskoolvuur ’t comfort van extra warmte.

Op Nieuwjaarsdag bezoeken mensen tempels, schrijnen en familie. Het is de enige dag van het jaar waarop de BV Japan gesloten is, inclusief de horeca. Ook wij gaan ‘ter bedevaart’ en wandelen richting dorps-schrijn, maar stuiten – vlakbij het heiligdom – op een wegversperring tussen de rijstvelden. Dan maar ter plekke het gebruikelijke ritueel: een diepe buiging richting schrijn en twee keer in de handen klappen. Goden zijn in het oorspronkelijke Shinto immers dakloos en kunnen in elke grasspriet huizen. Met die geruststellende gedachte keren we huiswaarts.

boven onze voordeur
Togakushi schrijn in Sugawacho

Tot 1950 kenden Japanners geen individuele verjaardag. Bij je geboorte was je meteen al 1 jaar oud ongeacht de datum waarop de bevalling had plaatsgevonden. Op 1 januari werd iedereen collectief één jaar ouder. Bijvoorbeeld: op 29 december geboren, werd een baby op 1 januari 2 jaar! Dat schiet op.
De (Amerikaanse) introductie van een individuele happy birthday is nooit echt ingeburgerd geraakt. Het spoort waarschijnlijk niet met de collectieve inborst van Japanners. Het oude is nagenoeg verdwenen, het nieuwe slaat nog niet aan.

Zeg ‘Japan’ en je ziet in één oogopslag eeuwenoude tradities en ’n hypermoderne leefstijl. Dat is fascinerend en hèt lokaas voor buitenlands toeristen. Maar ergens wringt er iets, iets waar moeilijk een vinger op is te leggen. Ik vermoed dat het te maken heeft met tijd die veranderingen of ontwikkelingen nodig hebben om vanzelfsprekend te worden. Soms hoor ik hier mensen zeggen ‘we staan nog met één been in het Edo-tijdperk6) en het andere in de 21ste eeuw’. De shimenawa overbrugt die perioden vooralsnog. De klok terugdraaien zit er niet in.

1.Zie: Willem van Gulik, Stephen Addiss, Louise de Blécourt, Jon de Jong, The Magnificent Twelve – on theTheme
of the Zodiac. Primavera Pers, Leiden 2022.  p.43
 – 49 en p. 117 – 121.
2. Vrijwillige herstellers van oude voetwegen. Zie blog-archief d.d. 15 juni 2022 ‘Pelgrimspad met een luchtje’
3. De Togakushi Shinto schrijn van Minaminosho is een ‘filiaal’ van de Togakushi hoofd-schrijn in ons dorp
    Sugawacho; beide zijn gewijd aan de god van de rijst. 
4. Zie Google-afbeeldingen.
5. Eénpansgerecht bestaande uit een krachtige bouillon met daarin o.a. verschillende (Japanse) groenten,
viscakes, kombu en eieren.
6. De Edo-periode duurde van 1603 tot 1868. Het is de tijd dat de Tokugawa clan in feite over Japan heerste en
het land afsloot van de buitenwereld. Alleen Nederlandse handelslieden hadden – onder voorwaarden – toegang.